Project Dagvlinders
Durme- en Scheldestreek 2013 – 2017


Jurgen Couckuyt, Sylvain Cuvelier, Daan van Eenaeme,
Paul Durinck, Ortwin Hoffmann, Philippe Van de Velde,
Thomas Van Lancker, Tom Vermeulen en Raphaël Windey

Logo VVE WG DV

Vlaamse Vereniging voor Entomologie
VVE Werkgroep Dagvlinders


Flemish Entomological Society
VVE Workgroup Butterflies


Home V.V.E. | Dagvlinders | Project Durme- en Scheldestreek | Vanaf 2017| Tuinmeetnet | Inleiding | Methode | Middelen | Besluit | Soorten

 

MIDDELEN

Via een dagvlinderflash met als onderwerpen handige weetjes, aandachtsoorten, vliegtijden, zoekresultaten, houden we geïnteresseerden op de hoogte van alles wat met dagvlinders in het projectgebied te maken heeft. Op die manier sturen we het geheel en op een laagdrempelige manier houden we de vinger aan de pols bij vele vrijwilligers. Wij vragen dat zij hun waarnemingen ingeven op www.waarnemingen.be.
Het is tevens de bedoeling om zoveel mogelijk foto’s te nemen van alle stadia (ei, rups, pop en imago), hun biotoop alsook het bezoek aan waard- en voedselplanten.
Deze data worden jaarlijks verwerkt en op maat gemaakt voor het project.
De vrijwilligers krijgen op die manier heel gedetailleerd te zien waartoe hun inspanningen hebben gediend.


Met deze dagvlinderflash-aanhef worden vrijwilligers op de hoogte gehouden.
Inschrijven kan via couckuyt.jurgen@telenet.be en/of filip.vandevelde@skynet.be
.

Wat doen we met de verkregen gegevens?

We trachten een totaalbeeld te creëren van alle dagvlindersoorten die in het projectgebied voorkomen.
Met de input van de vrijwilligers over een periode van 5 jaar is het de bedoeling om deze data in boekvorm te gieten.

Aan de hand van de verzamelde gegevens van de ongeveer 600 vrijwilligers creëren we een totaalbeeld over alle soorten die in het projectgebied voorkomen. Op het einde van ieder jaar wordt een gedetailleerd jaaroverzicht gegeven tijdens de november bijeenkomst van het VVE WG Dagvlinders.
Na 5 jaar intensief inventariseren zullen we alles in een boekvorm gieten met foto’s van alle stadia, biotopen, waard- en nectarplanten.
Onderstaand is een voorbeeld van het Oranjetipje.

Anthocharis cardamines (Linnaeus, 1758), het Oranjetipje


Anthocharis cardamines (Oranjetipje). Links, mannetje () op Judaspenning; rechts, wijfje () op Pinksterbloem.

Onze eerste doelsoort, vliegt in principe in het voorjaar van medio maart tot begin juni, afhankelijk van de weersomstandigheden.
De naam Oranjetipje dankt de soort aan het mannetje vanwege de opvallende oranje tippen.
Het wijfje daarentegen heeft geen oranje tippen en is moeilijker te vinden waardoor ze in de vlucht gemakkelijk kan verward worden met andere Witjes. Beiden zijn zeer mobiel en niet honkvast.


Oranjetipje: de verspreiding van 2013 t.e.m. 2015.
De groene bollen zijn de observaties van 2015.

De verspreidingskaart geeft een duidelijk inzicht waar de soort actueel nog goed voorkomt.
Op de kaart zie je duidelijk dat het Oranjetipje vooral voorkomt in de vochtige valleien en bijhorende graslanden. Daarbuiten in het agrarisch en verstedelijkte gebied komen vooral zwervende mannetjes voor die op zoek zijn naar een wijfje.


Oranjetipje: totaal aantal waarnemingen en vlieggrafiek per jaar vanaf 2009 t.e.m. 2015 in het projectgebied.

Met de fenologiegegevens presenteren we jaarlijks vlieggrafieken en tabellen en kunnen op die manier vergelijken met andere jaren. De data worden verwerkt per decade (periode van 10 dagen) waardoor gedetailleerde grafieken kunnen gepresenteerd worden.
Zoals je kan merken kunnen grote verschuivingen optreden die vooral voortvloeien uit de jaarlijks, varierende weersomstandigheden.


Een vochtig grasland, een geschikt biotoop in de omgeving van Wanzele.

Door dagelijks in het projectgebied op zoek te gaan naar het Oranjetipje kan je een goed beeld vormen van de landschapskwaliteit waarin deze voorjaarssoort nog voorkomt.
Het tegenovergestelde, waarom het Oranjetipje net niet voorkomt in een bepaald gebied, is ook zeer duidelijk.
Foto’s van potentiële biotopen van het Oranjetipje zijn dus zeer waardevol.


Oranjetipje, ei, rups en pop.

Tijdens de dagelijkse inventarisaties wordt ook veel aandacht geschonken aan andere stadia.
Bij sommige soorten zoals bv het Oranjetipje is het redelijk eenvoudig om de oranje eitjes te vinden op verschillende soorten waardplanten (Kruisbloemigen).
De 3 favoriete waardplanten zijn Pinksterbloem, Look- zonder Look en Judaspenning.
Door de typische vraatpatronen kan je ook vrij gemakkelijk de grijs/groene rupsen vinden.
Typisch bij het Oranjetipje is dat de eitjes in gras- en bosranden worden afgelegd.
De volgevreten rupsen gaan daarna verpoppen in de ruigere randen en zijn daarentegen moeilijk en zelden te vinden. De pop overwintert tot het volgende jaar.


Oranjetipje, waardplanten: Judaspenning (links) en Pinkstermbloem (rechts).


Oranjetipje, waardplanten: Look-zonder-look (links) en Gewoon barbarakruid (rechts).

Van alle mogelijke waard- en nectarplanten zijn dus eveneens foto’s gewenst om de beschrijving van deze soort volledig te maken. Bij deze wordt ook een beroep gedaan op de vrijwilligers.


Contact: Jurgen Couckuyt.